‘Niet gokken op compensatie voor lagere inkomsten vervoersopdracht’
Tijdens de uitvoering van een vervoersopdracht nieuwe prijsafspraken maken kan alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden. Dat blijkt uit een onlangs gepubliceerde uitspraak van de rechter. In dit geval veranderde in de loop der tijd het aantal leerlingen en bestemmingen, waardoor het werk verliesgevend werd. Maar daar had het bedrijf volgens de rechter rekening mee moeten houden bij de inschrijving en het tekenen van de vervoerscontracten.
De uitspraak dateert al van begin 2017 maar is recent pas gepubliceerd. Dat neemt niet weg dat deze een trend bevestigt van vervoerders die het niet lukt om iets te veranderen aan de afspraken in een gesloten vervoerscontract. Het betreft hier het leerlingenvervoer in Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Dat werd per 1 augustus 2014 voor twee jaar aan Connexxion gegund. Na die twee jaar werd er met een jaar verlengd en de opdrachtgever wilde ook de laatste verlengoptie lichten, van 1 augustus 2017 tot dezelfde datum een jaar later.
Connexxion gaf in oktober 2016 echter al aan de opdracht niet meer te zien zitten omdat met de uitvoering ervan verlies werd geleden. Dat zou komen door een gedaald vervoersvolume en een gegroeid aantal bestemmingen, met een veel slechtere bezettingsgraad tot gevolg. De gemeenten gaven aan dat er niet over andere prijzen en tarieven te praten viel, want deze waren nu eenmaal in een Europese aanbesteding en de overeenkomst afgesproken.
Gemeenten in gelijk gesteld
Connexxion staakte daarop een deel van het vervoer, om precies te zijn dat van leerlingen naar adressen die in het oorspronkelijke bestek niet waren genoemd. De opdrachtgevers moesten daarom voor dat vervoer een andere, duurdere opdrachtnemer inhuren. De gemeenten eisten bij de rechter dat Connexxion per 1 augustus 2017 de overeenkomst na zou komen. De rechter stelde de gemeenten in het gelijk.
Aanbestedingsadvocate Liesbeth Haverkort van Infense Advocaten ziet in de uitspraak naar voren komen dat aanbestedingsbeginselen ook doorwerken in de uitvoeringsperiode. En dit betekent dat de voorwaarden in het contract gedurende de hele looptijd goed in acht moeten worden genomen. Er kan dus niet zomaar van worden afgeweken. “Het ligt dan ook niet voor de hand om tijdens de looptijd van zo’n vervoerscontract de prijsafspraken aan te passen, enkel omdat de vervoerder er anders te weinig aan zou verdienen. Er is ten opzichte van de concurrentie immers met een bepaalde prijs ingeschreven en dat is ook meegewogen in de gunning.”
Risico’s voor de opdrachtnemer
“Eigenlijk wordt hier gezegd, in de zin van het aanbestedingsrecht, dat je een opdracht niet wezenlijk mag wijzigen”, legt Haverkort uit. Sinds 1 juli 2016 staat dat ook zo in de Aanbestedingswet en sindsdien komt dit aspect steeds vaker terug in uitspraken over aanbestedingen. De rode draad in de uitspraak is dat er alleen in geval van zeer bijzondere omstandigheden, die bij het sluiten van de overeenkomst niet waren te voorzien, sprake zou kunnen zijn van een substantiële wijziging van de opdracht.
En dat was in deze kwestie niet het geval. Uit een Nota van Inlichtingen bleek duidelijk dat er een vaste prijs per rit moest worden opgegeven. Ook was helder dat er risico’s bestonden dat volume en bezettingsgraad zouden wijzigen en dat deze risico’s voor de opdrachtnemer waren. Connexxion won de aanbesteding; dat bracht met zich mee dat de opdrachtgever de vastgestelde criteria in acht moet nemen en dat de opdrachtnemer zich aan de voorwaarden in het contract moet houden, zo oordeelt de rechter.
Verliesgevend
“Omstandigheden of veranderingen waar Connexxion in de verste verte geen rekening mee had kunnen houden zijn hier volgens de rechter niet aan de orde”, constateert Haverkort. “Het was bekend dat er veranderingen konden optreden en dat het risico daarvan voor de vervoerder zou zijn. Het risico dat de opdracht op enig moment verliesgevend zou zijn, heeft de opdrachtnemer volgens de rechter bewust genomen.”
Haverkort adviseert taxibedrijven om lering te trekken uit deze en soortgelijke uitspraken. “Je wordt niet zomaar gecompenseerd voor lagere inkomsten tijdens de uitvoeringsfase van een opdracht en het is ook onverstandig om daar op te gokken. In dit geval hebben de gemeentes volgens de rechter verder het volste recht op de optie op verlenging te lichten, want ook dat is in de overeenkomst afgesproken door beide partijen.”
Wijzigingsclausule kan verstandig zijn
Volgens Haverkort is het voor vervoersbedrijven dus raadzaam om goed te bedenken hoe zij inschrijven op aanbestedingen en waar ze, in het geval ze de opdracht gegund krijgen, mee instemmen. Dat geldt in zekere zin ook voor de aanbestedende dienst. “Als alle inschrijvers het risico op grote wijzigingen in het vervoer gaan afdekken door met hogere ritprijzen in te schrijven, dan worden de ritten duurder. Als die wijzigingen dan niet of nauwelijks plaatsvinden, betaal je stelselmatig te veel voor het vervoer. Het kan dus zeker verstandig zijn voor een aanbestedende dienst om een aantal wijzigingsclausules in de overeenkomst op te nemen. Of om verschillende tarieven uit te vragen die passen bij de verschillende bandbreedtes van volume”, adviseert Haverkort.