Callcenter DVG ingezet tegen vereenzaming reizigers
Het callcenter van DVG Personenvervoer krijgt door de coronacrisis nog nauwelijks telefoontjes van klanten. Daarom bellen de medewerkers nu zelf de mensen die normaal vervoerd worden om te vragen hoe het met ze gaat.
De werkzaamheden van de vervoerders die als franchisenemer bij DVG Personenvervoer zijn afgesloten, nam de afgelopen tijd al zienderogen af. In het verlengde daarvan kwamen er ook steeds minder telefoontjes bezig bij het callcenter van DVG, dat onder meer het aanspreekpunt is voor de Avan-reizigers in de regio Arnhem-Nijmegen. “We hebben daarom de callcenter-bezetting flink afgeschaald: eerst door geen uitzendkrachten meer in te zetten en vervolgens door hetzelfde met de oproepkrachten te doen”, legt adjunct-directeur Dennis Gamers uit.
Middel tegen vereenzaming
Maar sinds kort worden die oproepkrachten toch weer ingezet voor een sociaal project. “We vroegen onszelf af wat we bij konden dragen in deze crisistijd. Voor veel van de mensen die met ons reizen is juist dat vervoer een middel in de strijd tegen eenzaamheid. Onze social talk-dienst kan helpen om dat tegen te gaan”, legt Gamers uit. De doelgroep krijgt op deze manier wat extra aandacht en mensen kunnen het ook aangeven als er echt problemen zijn. “Dat is nog niet voorgekomen, maar het gaat ongetwijfeld wel gebeuren en dan kunnen wij snel schakelen met de verantwoordelijke instanties.”
Waardering
“We zijn hier onlangs mee begonnen en het wordt door de mensen die we bellen enorm gewaardeerd”, legt Gamers uit. “Het is een positieve verrassing voor ze. Iemand belde zelfs later terug om na te gaan of ze echt door iemand van ons was gebeld. En de opdrachtgever waardeert dit eveneens.” Intussen is er opgeschaald naar vier volledige diensten. “Door de oproepkrachten hiervoor in te zetten, kunnen we voorkomen dat deze groep tussen wal en schip valt. Bovendien komt er ooit een tijd na de coronacrisis wanneer het vervoer weer op gang komt, en dan willen we ook graag weer een beroep op onze oproepkrachten kunnen doen.”