Kinderen tot 12 jaar lopen minder vaak en ver

Tussen 2010 en 2017 zijn Nederlanders 4,1 procent meer gaan lopen. Dit blijkt uit de brochure Loopfeiten van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Bij kinderen tot 12 jaar en volwassenen tussen de 30 en 50 jaar is juist sprake van een kleine afname in loopafstand.

De groei in lopen wordt voornamelijk veroorzaakt door mensen boven de 50 jaar. Nederlanders zijn met name vaker en verder lopend onderweg voor vrijetijdsdoeleinden. Bijna 18 procent van alle verplaatsingen gaan te voet en kinderen en jongvolwassenen zijn (ondanks de kleine daling onder de eerste groep) verantwoordelijk voor een groot deel van de loopverplaatsingen.

Oost-Nederland

In Zuid-Limburg en de Randstad ligt het aandeel lopen voor binnenstedelijke verplaatsingen beduidend hoger dan in het oosten van Nederland. Hoewel er relatief veel wordt gelopen in de Randstad, ligt de gemiddelde loopafstand hier lager dan in de rest van Nederland.

Dit hangt volgens het KiM onder andere samen met de reden waarvoor gelopen wordt. Naarmate gebieden minder stedelijk zijn wordt er namelijk relatief gezien meer gelopen voor vrije tijd en minder voor winkelen, waarbij vrijetijdverplaatsingen gemiddeld ruim twee keer zo ver zijn als winkelverplaatsingen.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.