Waarom gaan auto’s verdwijnen uit de steden?

Verkeer op kruispunt in Eindhoven
Bron: Inge

Het bereikbaar houden van steden wordt de komende jaren een geweldige opgave. Mensen en goederen zijn meer onderweg en gaan op pad met allerlei verschillende voertuigen, die een plekje moeten krijgen in het verkeer en in de stad. Tegelijkertijd eisen inwoners meer van hun leefomgeving en worden ze dus kritischer op de hoeveelheid gemotoriseerd verkeer. Steden overwegen radicale oplossingen, zoals het helemaal weren van auto’s uit binnensteden. Dit is een keuze die nauwkeurig gepland moet worden, denkt algemeen directeur Christian Haas van PTV.

PTV is expert op het gebied van verkeersplanning- en simulatiesoftware. Door deze software aan te bieden, wil de onderneming helpen om steden toekomstbestendig en duurzaam te maken. In een interview met het Duitse medium Stern ging Haas recentelijk dieper in op mobiliteit in de steden. Hoe ziet die toekomstbestendige en duurzame mobiliteit in een stad eruit? “Stedelijke planners richten zich nog altijd sterk op de auto, maar we hebben alternatieven nodig”, denkt Haas. “Bijvoorbeeld een veilige en aantrekkelijke fietsinfrastructuur, nog beter OV en een slimme combinatie tussen innovatieve mobiliteitsdiensten.”

Integrale benadering

Volgens Haas zorgt de mobiliteit in een stad tegenwoordig voor behoorlijk wat uitdagingen. Allereerst wordt het steeds drukker. Mensen bestellen steeds meer pakketjes en die moeten natuurlijk bezorgd worden. Daarnaast is de fiets ongeëvenaard populair. Mensen fietsen verder en langer door de ontwikkeling van de e-bike. Inwoners van steden zijn echter kritischer geworden – zij willen wonen in een omgeving waar ze op een prettige manier kunnen verblijven. Veel verkeersdrukte, geluidsoverlast van auto’s en vrachtwagens en schadelijke uitstoot hoort daar niet bij.

Als laatste nemen nieuwe vormen van vervoer, zoals steps en deelscooters, inmiddels een belangrijke plek in in het stedelijke vervoer. Toch is de auto nog niet verdwenen. Haas verwacht dat scooters eerder een alternatieve vorm van vervoer zijn voor eerdere wandelaars of gebruikers van het OV. Een belangrijk vraagstuk voor de komende jaren is dan ook of het verkeer op de wegen toeneemt en hoe dit in goede banen is te leiden. Dit vraagt volgens de PTV-topman om een holistische benadering van de stedelijke mobiliteit van de toekomst.

Autoverkeer

Er worden stappen gezet richting meer elektrische motorvoertuigen, maar dat zal geen oplossing vormen voor de hoeveelheid auto’s in de stad. En dus kiezen verschillende steden voor het besluit om geleidelijk privéauto’s uit steden te weren. Dit past bij de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en een meer aantrekkelijke leefkwaliteit, al benadrukt de directeur dat hier een nauwkeurig proces aan vooraf dient te gaan.

Zo moeten er in ieder geval alternatieven worden geboden. Het gaat dan om beter openbaar vervoer, deelvoertuigen en afgebakende voetgangerszones. HaaS: “Steden moeten een infrastructuur bouwen die meer omvat dan alleen verkeer. Een modewoord hier is de ’15 minuten-stad’. In die stad zijn voorzieningen te voet of met de fiets in 15 minuten te bereiken. Op de lange termijn zie ik kansen voor autonome en elektrische wagenparken als aanvulling op het openbaar vervoer – al duurt dat nog even.”

Steden aan zet

Het goed organiseren van de mobiliteit in drukke steden zal steeds ingewikkelder worden voor beleidsmakers, voorspelt de PTV-directeur.  “De uitdaging is om oplossingen te vinden die efficiëntie en duurzaamheid combineren. Steden moeten zelf voor deze ommekeer zorgen. Vanuit het oogpunt van de burger zijn dit de eisen aan mobiliteit, veiligheid en natuurlijk gezondheid. Allemaal punten die een stad daadwerkelijk leefbaarder maken.” Er wordt daarom momenteel gewerkt aan een concept waarbij verschillende spelers in de stad worden samengebracht om ideeën uit te wisselen over de slimme stad van de toekomst.

Steden moeten in ieder geval zelf het voortouw nemen als het gaat om een toekomstbestendig stedelijk mobiliteitsysteem, denkt hij. Hij ziet de Parijse burgemeester, Anne Hidalgo, als een voorbeeld van een doortastende koploper en volgens hem zijn meer ambtenaren in de grote steden van Europa hier klaar voor. “De taak voor steden is om te bepalen welke richting ze willen inslaan en hoe snel.”

Tijdelijke fietspaden

PTV kan steden helpen bij die uitdaging, omdat ideeën en maatregelen met behulp van de softwareoplossingen van dit bedrijf op haalbaarheid kunnen worden getest. Haas noemt de ‘Pop Up Bike Lanes’ als voorbeeld. Deze tijdelijke fietspaden werden in verschillende Europese steden gerealiseerd tijdens de coronacrisis. Maar volgens Haas hier en daar zonder een duidelijke overweging vooraf over bijvoorbeeld de basisprincipes en de effecten op de rest van het verkeer. Dit leidde op plekken tot chaos.

De software van het bedrijf zou een overheid echter inzicht kunnen geven in de mogelijke negatieve gevolgen, zodat steden meteen flankerende maatregelen hadden kunnen nemen. “Welke impact heeft bijvoorbeeld een fietspad? Hoe kunnen oplossingen voor openbaar vervoer of een aangepast verkeerslichtsysteem helpen? Wij kunnen duidelijk bepalen welke effecten bepaalde maatregelen hebben en afleiden of gestelde doelen gerealiseerd kunnen worden.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.