MONO-campagne

Werkgevers positief over monitoren rijgedrag werknemers voor verkeersveiligheid

Foto: Shutterstock
Telefoon in de auto. Foto: Shutterstock, j.poquet.

Nederlandse werkgevers staan er positief tegenover om het rijgedrag van werknemers te monitoren omwille van de verkeersveiligheid. Dat blijkt uit een marktverkenning uitgevoerd door Connekt in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Zorgen zijn er echter ook, vooral over mogelijke weerstand bij werknemers.

Werkgevers en verzekeraars kunnen rijgedrag monitoren en sturen met verschillende soorten techniek. Dat kan een apparaatje zijn dat het onmogelijk maakt de telefoon te gebruiken als de auto in beweging is, of een app die de telefoon onderweg op niet-storen zet. De overheid promoot deze technieken via de website van MONO-zakelijk. Het ministerie benadrukt niet zelf de data te willen bemachtigen, maar de verkeersveiligheid te willen bevorderen via werkgevers. Werkgevers kunnen hun werknemers niet zomaar monitoren, legt Max Schreuder van Connekt uit. “Er moet een goede reden voor zijn en vaak moet er ook toestemming gevraagd worden.”

Het gebruik van monitoringtechnieken kan niet alleen bevordelijk werken voor de verkeersveiligheid, maar bovendien financiële voordelen opleveren, staat in het onderzoek van Connekt. Zo kunnen werkgevers en verzekeraars besparen op kosten van schade, onderhoud en brandstof van voertuigen. Bedrijven zijn het meest enthousiast over deze voordelen, blijkt uit de marktgesprekken die Connekt gevoerd heeft. Daarnaast zijn de bedrijven positief over de veiligheidsvoordelen van de technieken.

De werkgevers denken wel dat er weerstand heerst bij werknemers tegen het monitoren van hun rijgedrag vanwege privacy. Daar maken zij zich zorgen om, blijkt uit de verkenning. Die zorg speelt minder als het gaat om toezicht houden op beroepsmatige chauffeurs, en meer bij de monitoring van ander zakelijk verkeer. “Dat heeft ermee te maken dat  het autorijden bij die eerste groep onderdeel van de werkzaamheden is”, vertelt Schreuder. “Zij zien bijvoorbeeld in dat hun eigen veiligheid erbij gebaat is.”

Intrinsieke motivatie

De onderzoekers denken dat de weerstand niet onoverkomelijk is: “Er zijn diverse voorbeelden genoemd van succesvolle implementaties waarbij de (initiële) privacy zorgen zijn overwonnen”, zo staat er in het rapport. Belangrijk daarbij is dat werknemers weten waarom hun rijgedrag in de gaten gehouden wordt. “De intrinsieke motivatie moet komen van werkgevers en die hebben een belangrijke rol in het motiveren van werknemers en hen overtuigen van de meerwaarde die het kan opleveren.”

Om werkgevers te stimuleren met deze techniek aan de slag te gaan, adviseert Connekt het ministerie om de voordelen voor de eigen businesscase aan werkgevers te communiceren. Ook kan het ministerie werken aan regelgeving omtrent rijmonitoring. “Bijvoorbeeld op het gebied van stimulering of subsidiering van rijgedragmonitoring of het verplicht stellen van monitoring”, schrijven de onderzoekers.

Sommige ondervraagden waren zelf met dit idee gekomen. “Dat zou bijdragen aan een meer ‘level playing field’ in ieders bijdrage aan het verhogen van de verkeersveiligheid onder bedrijven met een (groot) eigen wagenpark.” Ook is het een idee om verkeersveiligheid als criterium op te nemen in inkoop-en aanbestedingstrajecten van publieke organisaties. “Kom gemeenten tegemoet met een handreiking hiervoor.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Laura Houtenbrink