Leeuwarden presenteert toekomstvisie mobiliteit: meer fietsen, minder vervoersarmoede

Het college van Leeuwarden heeft haar nieuwe beleidskader voor mobiliteit bekendgemaakt, waarin staat hoe het mobiliteitsbeleid van de gemeente er tot 2040 uit moet gaan zien. De gemeente wil de uitstoot van CO2 verminderen door schonere vervoersvormen zoals de fiets te stimuleren. Tegelijkertijd moet Leeuwarden ook met de auto bereikbaar blijven, omdat bewoners van landelijk gebied afhankelijk zijn van de voorzieningen van de provinciehoofdstad.

“De gemeente is heel divers: een deel van de bevolking woont in één van de grote of kleine dorpen”, zo staat te lezen in het beleidskader, opgesteld door adviesbureau Goudappel. Uit onderzoek van DataFryslân blijkt dat circa één op twaalf huishoudens in Friesland een hoog risico heeft op vervoersarmoede.

Om te zorgen dat Leeuwarden bereikbaar blijft voor de dorpen eromheen wil het gemeentebestuur bijvoorbeeld een aantal P&R-stadsrandhubs plaatsen. Daar kunnen bezoekers hun auto parkeren en overstappen op het ov of deelfietsen. Er staan al twee van zulke stadshubs in de gepland, bij Swettehûs en Werpsterhoeke. Afhankelijk van het gebruik van de hubs wil het gemeentebestuur meer van deze overstappunten plaatsen.

Ondanks dat de provincie en Rijksoverheid in de gemeente Leeuwarden de ov-beheerders zijn, zegt de gemeente zelf ook een duidelijke visie op het openbaar vervoer te hebben. “Voor het regionale busvervoer zijn er vijf hoofdassen met extra betrouwbare reistijden. Dit wordt onder andere mogelijk gemaakt door een autovrije Stationsweg en, waar nodig, bypasses bij verkeerslichten.”

De maatregelen moeten de doorstroming van het openbaar vervoer verbeteren. Daarnaast zet de gemeente in op behoud en versterking van een fijnmazig netwerk van regionale buslijnen, die de omliggende dorpen met de stad verbinden.

Doorfietsroutes

Ook ziet het college graag dat de fiets een grotere rol krijgt in Leeuwarden dan nu. “Het fietsgebruik, dat traditioneel een sterk punt is in Nederlandse steden, ligt in Leeuwarden circa 4 procent lager dan in referentiesteden.” Veel mensen pakken nog steeds de auto voor afstanden korter dan 15 kilometer, constateert de gemeente. Om fietsgebruik meer te stimuleren, richt de gemeente zich op het ontwikkelen van een goed netwerk van doorfietsroutes, “een stervormig netwerk van aantrekkelijke, brede en comfortabele fietsroutes vanuit het buitengebied naar de regiovoorzieningen”.

30 kilometer per uur draagt bij aan de verkeersveiligheid voor iedereen

Ook binnen Leeuwarden moet fietsen (en wandelen) comfortabeler worden. “Om wandelaars en fietsers de hoofdgebruikers te maken, zet de gemeente in op fijnmazige en doorlopende netwerken met minimale fysieke barrières en zo veel mogelijk voorrang”, staat in het plan. Daarbij stelt het college voor om 30 kilometer per uur de norm te maken in de stad. “Dit draagt bij aan de verkeersveiligheid voor iedereen”, schrijft het gemeentebestuur. Verder betoogt de gemeente dat de nieuwe maximumsnelheid maakt dat de reistijden voor lopen en fietsen verhoudingsgewijs gunstiger worden.

Oversteekbaarheid

Een andere manier waarop de gemeente fietsen en wandelen aantrekkelijker wil maken is door de “oversteekbaarheid” van de stadsring te verbeteren. “Dit kan bij enkelstrookrotondes met voorrang, en elders waar nodig geregeld met een verkeerslicht.” Daarbij is het zaak dat er ook minder verkeer op de stadsring gaat rijden. De gemeente hoopte dit al te bereiken door de opening van de Haak, een rijksweg rondom Leeuwarden, maar tot dusver rijdt er nog teveel doorgaand verkeer op de weg. “De Stadsring is echter bedoeld als hoofdverdeler van autoverkeer met bestemmingen in de stad Leeuwarden.” Met strategisch geplaatste verkeerslichten hoopt de gemeente de Ring iets minder aantrekkelijk te maken voor doorgaand verkeer.

Deelmobiliteit

Naast het stimuleren van fietsen en wandelen, is het college enthousiast over de mogelijkheden van deelmobiliteit. Daarbij kiest de gemeente voor “station-based” vormen van deelmobiliteit, waarbij gebruikers voertuigen ophalen en brengen naar vaste locaties. Dit moet verrommeling van de openbare ruimte voorkomen. “Ook in dorpskernen draagt deelmobiliteit bij aan bestrijding van vervoersarmoede. De gemeente ondersteunt initiatieven zoals Fossylfrij Fryslân, die deelmobiliteit opbouwt vanuit de mienskip.” ‘Mienskip’ staat voor gemeenschap.

De gemeenteraad vergadert maandag 22 juli over het plan. Het besluit dan ook of het wel of niet groen licht krijgt.