GroenLinks stelt Kamervragen over nieuwe OV-protocol

Is bij het vaststellen van het OV-protocol vooral gekeken naar de belangen van de OV-bedrijven, forenzen en werkgevers, of naar de belangen van iedereen in het OV? Het is één van de vragen die Tweede Kamerleden Suzanne Kröger, Lisa Westerveld en Wim-Jan Renkema van GroenLinks hebben gesteld. Zij kaarten hiermee verschillende onderwerpen aan over het reizen met het OV in het corona-tijdperk.

De drie willen antwoorden op tien vragen van staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat en de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Niet alle vragen gaan over het nieuwe OV-protocol, want ook de bereikbaarheid voor mensen met een beperking en de term ‘pretreiziger’ komen aan bod.

Touringcars

De GroenLinks-politici kaarten verder de inzet van touringcars aan voor het openbaar vervoer. Dit werd vorige week onder de aandacht gebracht door Busvervoer Nederland. Die organisatie stelt voor dat er bijna 4.000 touringcars stil staan, die prima ingezet kunnen worden om de capaciteit voor het OV te vergroten. Ze vragen ook of de staatssecretaris en haar collega’s andere manieren voor ogen heeft om de capaciteit in het OV te vergroten?

Kröger, Westerveld en Renkema zijn van mening dat het openbaar vervoer een publieke dienst is. Zij willen daarom ook dat het OV voor zo veel mogelijk bereikbaar blijft en vragen of Van Veldhoven die mening deelt. Daarnaast vragen ze extra informatie over de mogelijke plannen om studenten uit de spits te halen. Gebeurt dit door de aanvangstijden aan te passen of worden er beperkingen op de OV-studentenkaart gezet?

Vragen

1. Deelt u de mening dat het openbaar vervoer (OV) een publieke dienst is en dat we moeten zorgen dat deze voor mensen zoveel mogelijk bereikbaar blijft?
2. Deelt u de mening dat de term ‘pretreiziger’ geen recht doet aan al die mensen die er voor kiezen om van het OV gebruik te maken, omdat ze geen auto hebben en/of omdat ze bewust kiezen voor de milieuvriendelijkste vorm van vervoer?
3. Is bij het vaststellen van het OV-protocol vooral gekeken naar de belangen van de OV-bedrijven, forenzen en werkgevers of naar de belangen van iedereen in het OV?
4. Zijn behalve werkgevers, vakbonden en reizigersorganisaties ook vertegenwoordigers van studenten en mensen met een beperking betrokken bij het maken van de afspraken over het OV? En zijn de studentenbonden betrokken bij de afspraken over collegetijden?
5. Wordt de spreiding van studenten in het OV bereikt middels gespreide aanvangstijden van onderwijsinstellingen of met beperkingen van de OV-studentenkaart?
6. Hoe ziet de begeleiding eruit van reizigers met een beperking? Krijgen zij dezelfde extra service als gebruikelijk? Hoe verhouden afstandsregels zich tot deze mensen? Mogen hulpmiddelen zoals rolstoelen, looprekjes, aangepaste fietsen enzovoort wel mee?
7. Als er, om in- en uitstappen te versimpelen, geen fietsen meer mee mogen in de trein, kan dan de OV-fiets standaard worden toegevoegd als reisproduct voor alle OV-chipkaart-houders? Is het mogelijk om af te spreken dat OV-fietsen tijdelijk ook op een ander station mogen worden ingeleverd?
8. Is er gekeken naar de inzet van touringcars en andere vervoersmiddelen om het reguliere OV te ontlasten? Welke andere manieren ziet u om de capaciteit in het OV te vergroten?
9. Welke maatregelen wilt u nemen om het gebruik van de (elektrische) fiets te stimuleren om het OV te ontlasten?
10. Klopt het, dat op dit moment mensen met een beperking maar zeer beperkt ondersteuning krijgen via Reisassistentie? Deelt u de mening dat dit onwenselijk is? Op welke manier wordt de toegankelijkheid van het OV voor mensen met een beperking gewaarborgd? Wanneer komen er aanvullende afspraken binnen het OV-protocol zodat het openbaar vervoer voor iedereen toegankelijk blijft?


Lees ook:

‘Touringcarsector wil helpen om OV-capaciteit te verhogen’