Snuffelfiets meet nu ook wegkwaliteit in Gelderse Foodvalley

Snuffelfiets-vrijwilligers in actie BEELD Snuffelfiets
Snuffelfiets-vrijwilligers in actie BEELD Snuffelfiets

Provincie Gelderland laat snuffelfietsen rijden in de regio Foodvalley. Dat zijn fietsen met een klein kastje aan het stuur. Dat meet van alles: van de hoeveelheid fijnstof in de lucht tot oneffenheden in de weg. Met de informatie wil de provincie we het fietsnetwerk verbeteren en inzicht krijgen in de luchtkwaliteit.

Experimenten met de snuffelfiets startten in 2019 in Utrecht. Die bleken een succes en de provincie Utrecht vroeg provincie Gelderland om te helpen bij uitbreiding van het project. Laatstgenoemde neemt de projectleiding op zich in de regio Foodvalley; wat zowel Utrechtse gemeenten als Gelderse gemeenten betreft.

Er zijn 80 meetkastjes in regio, verdeeld onder vijf gemeenten. Gemeente Veenendaal gebruikt een jaar lang de helft van de kastjes. Gemeenten Scherpenzeel, Barneveld, Ede en Wageningen laten achtereenvolgens ieder drie maanden lang snuffelfietsers in de regio rond rijden. Veenendaal gebruikt ze al, Scherpenzeel heeft er al gebruik van gemaakt en deze maand gaan de kastjes naar Barneveld.

Niet duidelijk

Het mobiele meetkastje met verschillende sensoren wordt eenvoudig aan het fietsstuur vastgemaakt. Het kastje meet elke tien seconden en stuurt de data automatisch door naar een digitaal platform. Het gaat om data over onder meer de locatie, oneffenheden in de weg, temperatuur en de hoeveelheid fijnstof in de lucht. Het RIVM vergelijkt de data van de mobiele sensoren met die van stationaire meetstations.

“Wat de dataverzameling precies gaat opleveren, is nog niet precies duidelijk”, zegt projectleider Jochem Damhuis in een verklaring. “Dat is onderdeel van het experiment.” De verzamelde gegevens leiden niet meteen tot nieuw beleid, erkent hij. “We doen zo ervaring op met deze manier van meten. We willen met zo veel mogelijk partijen kijken naar wat we met de data kunnen. Zo transparant mogelijk. De gegevens zijn daarom via een open dataplatform raadplegen.”

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.