‘Door bijdrage Rijk aan OV-sector is zwarter scenario voorkomen’

Bussen van EBS en RET op busstation Zoetermeer Centrum West
Bron: Inge

Door de financiële regeling die is afgesproken tussen het Rijk en de vervoerders, is het OV komend jaar uit de brand geholpen. De vervoerders moeten zelf voor zeker 5 procent van de kosten opdraaien, maar het openbaar vervoer kan op volle sterkte blijven rijden. Tegelijkertijd blijven gesprekken over de toekomst nodig. 

Het aantal reizigers in het openbaar vervoer lijkt zich geleidelijk te herstellen, maar heeft tegelijkertijd nog een lange weg te gaan. Cijfers van Translink wijzen uit dat vorige week – de eerste werkdagen waarop weer een reguliere dienstregeling werd gereden – tussen de 73 en 68 procent minder reizigers het openbaar vervoer gebruikten dan normaal. Dat is slechts een zeer beperkte passagierstoename in vergelijking met de week daarvoor en op dat moment was nog sprake van een uitgedunde dienstregeling.

Verlies

Omdat de dienstregeling weer grotendeels volledig wordt gereden, zijn de kosten hoger, terwijl de inkomsten niet evenredig stijgen. En de reizigersinkomsten waren in eerdere weken geminimaliseerd. Hulp van de overheid was daarom broodnodig. De beschikbaarheid van 1,5 miljard euro helpt de vervoerders grotendeels uit de brand en zorgt ervoor dat het openbaar vervoer kan blijven rijden. De nu gemaakte financiële regeling kan overigens goedkoper uitvallen als de groei in reizigersaantallen sneller toeneemt dan verwacht.

De afspraken voor de beschikbaarheidsvergoeding zijn omarmd door zowel vervoerders als decentrale overheden. Sharon Dijksma, voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam, spreekt haar waardering uit voor de regeling, omdat het Rijk aangeeft hoe belangrijk het OV is. Tegelijkertijd ligt ligt er nog steeds een opgave voor de vervoerders. “GVB, Connexxion en EBS zullen 2020 weliswaar met verlies afsluiten, maar door de bijdrage van het Rijk is een veel zwarter scenario afgewend”, zo stelt Dijksma op www.wijnemenjemee.nl.

OV onmisbaar

De regeling komt niet volledig vanuit het Rijk, want vervoersautoriteiten hebben beloofd om de subsidies te blijven verlenen. “De bussen zijn onmisbaar voor de inwoners van Noord-Holland, zeker in deze coronatijd. We doen daarom wat nodig is om busvervoer te garanderen”, aldus gedeputeerde Jeroen Olthof.

En ook in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn ze verheugd. “Deze afgelopen maanden is weer eens gebleken hoe essentieel het openbaar vervoer is voor onze samenleving”, aldus Robert van Asten, voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH. “De vervoersbedrijven HTM, RET en EBS zijn belangrijk in de metropoolregio en hebben het moeilijk. Ik ben dan ook blij met de bijdrage van 1,5 miljard euro van het kabinet. Het lijkt erop dat het openbaar vervoer hiermee kan blijven rijden.”

Impact vervoerders

Onderdeel van de afspraak is dat vervoerders zelf een bijdrage leveren. Met de beschikbaarheidsvergoeding wordt de kostendekkingsgraad voor 93 procent gedekt. Mochten vervoerders hierbij toch in de problemen komen, kan de vergoeding stijgen tot 95 procent. Dit betekent nog steeds dat de vervoerders zelf opdraaien voor minimaal 5 procent van de kosten en dat is een forse bijdrage. Dit terwijl de marges in het openbaar vervoer altijd al krap zijn.

“Hoewel de continuïteit van de bedrijven met de nu voorliggende deal gewaarborgd is en de reizigers kunnen rekenen op een solide dienstregeling, realiseer ik me dat de kosten die bij de OV-bedrijven komen te liggen, de bedrijven raakt. De Vervoerregio zal dan ook, net als de afgelopen maanden, met de vervoerders hierover in gesprek blijven”, aldus Dijksma.

Alle kosten gedekt

Ook de vervoerders zijn blij met de steun en de duidelijkheid, al had de OV-sector op het begin gevraagd om een vergoeding die 100 procent dekte. “We hadden graag wat meer gehad, maar we moeten het accepteren”, aldus Arriva-directeur Anne Hettinga. De vervoerders moeten zelf deels opdraaien voor de kosten en ze mogen dit jaar geen dividend en bonussen uitkeren.

De huidige financiële regeling biedt alleen uitkomst voor het komende jaar. Gesprekken over de langere termijn zijn dus noodzakelijk, geven zowel Hettinga als Pedro Peters, directeur van OV-NL, aan. De OV-sector houdt er rekening mee dat aan het einde van het jaar de treinen, bussen, trams en metro’s nog steeds niet 100 procent zijn gevuld. Dit terwijl in de meeste concessies wordt uitgegaan van 100 procent of zelfs een groei. Als de coronacrisis dus structurele gevolgen heeft op de reizigersaantallen, vereist dit maatregelen in de lopende en nieuwe OV-concessies.

Investeringen

Bij OP1 legt Peters verder uit dat extra overheidssubsidie ook noodzakelijk kan zijn om het OV-netwerk in stand te houden bij langdurig reizigersverlies. Nu al zijn er lijnen die niet rendabel zijn, maar vanwege hun maatschappelijk belang met subsidie in stand worden gehouden. Die rentabiliteit staat nog meer onder druk als het aantal reizigers enkele jaren beperkt blijft, wat dus zou kunnen leiden tot het schrappen van verbindingen. Peters: “De afweging is: wil de overheid daar meer voor betalen, want anders wordt het schrappen. We zijn met het bedrag van 1,5 miljard euro echt niet klaar.”

Lees ook:

Kabinet maakt 1,5 miljard vrij voor OV-bedrijven

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.